Havoleerlingen zijn intelligent, kunnen goed leren en zijn toch in de eerste plaats geen denkers, maar doeners. Ze willen aan de slag en liefst direct. Misschien wel iets te snel en dan bedenken ze later hoe ze het beter hadden kunnen aanpakken. Wij hebben als taak om daar een balans in aan te brengen: eerst een plan maken, dan uitvoeren. Eerst een tekening op schaal maken, dan een maquette bouwen. Eerst een opzet maken voor een werkstuk of artikel, dan beginnen te schrijven. Zo hebben de havoleerlingen precies de positie tussen de theoretische vwo’ers en de meer praktisch ingestelde mavo- en vmbo-leerlingen. En op die positie komen ze ook na hun opleiding terecht. Havoleerlingen zijn in beide werelden thuis.