Een advies voor diegene die nog eens een interview met Ton doet: neem er de tijd voor, want Ton is een geanimeerd verteller!
Bezige bij
Ton kwam het Cambreur en met name het toenmalige Junior College versterken in 2003. Daarvoor werkte hij in Rotterdam als gymdocent en in Tilburg, op het toenmalige Midden-Brabant College en het Odulphus Lyceum, o.a. als docent, coördinator, lid van de M.R. en als roostermaker. Intussen had hij pedagogiek gestudeerd én behaalde hij voor wiskunde zijn tweede- en eerstegraadsdiploma’s. Het Odulphus beviel hem niet zo, vanwege het stringente toetsbeleid. Zo kwam hij op een ander OMO-school terecht: het Cambreur. Ook hier zat hij 13 jaar lang in de MR, als secretaris.
Ton is overduidelijk een duizendpoot. Buitenschools was hij evenzeer actief, bijvoorbeeld namens de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren in de Lerarenadviesraad.
Ook op het Cambreur zagen we hem niet alleen bezig als wiskunde- en gymdocent. Ton was o.a. mentor, werkte samen met collega’s mee aan de Wereldweek en aan de studielessen van leerjaar 1, behaalde zijn certificaat als TTO-docent en ging 10 jaar lang mee als begeleider van de York-reizen.
De leerlingen
Ton legt de verantwoordelijkheid graag bij de leerlingen. Hij wil met plezier uitleg geven aan leerlingen die gemotiveerd zijn, wil ze verder helpen, desnoods in zijn eigen vrije tijd. Maar ze moeten het wel zelf willen. Hij wil ze uitdagen en schroomt niet om -als beloning voor een goede prestatie- de handstand te doen (“wel tegen het bord, hoor…”) “Het leukste vind ik om samen met de leerlingen bezig te zijn met het denkproces: hoe pak je een probleem aan, hoe ‘doe’ je wiskunde, welke stappen zet je achtereenvolgens… Dat ‘samen doen’ vindt hij heel belangrijk, maar het persoonlijk welbehagen van de leerling is het allerbelangrijkst; belangrijker zelfs dan diens wiskundige vermogens.
Is de leerling erg veranderd gedurende zijn loopbaan? Ton: “Hij of zij is nog steeds nieuwsgierig, daaraan is niet zoveel veranderd. Maar de mobieltjes zijn fnuikend voor het samengevoel. (Lachend:) Wij kaartten vroeger. Nu zitten ze wel samen aan tafel, maar iedereen is met zijn eigen mobieltje in de weer. Alleen leerlingen zonder mobieltje voor hun neus geven nog een teken van leven; de rest is verzonken in het schermpje. In York hadden we als regel: tijdens het eten géén mobiel! Goede regel was dat!”
Meer veranderingen
Een belangrijke verandering in het onderwijs vindt Ton de digitalisering. Hij maakt powerpoints die zijn lessen ondersteunen en zet die ook op It’s Learning. Zo ondersteunt hij de leerlingen, die overigens ook geen agenda’s meer gebruiken: ”Als ’t niet op It’s staat, hoeven ze het niet te maken.”
Ook het Cambreur College zelf is veranderd: we hebben nu TTO in plaats van het gymnasium, het Junior College is verleden tijd en we hebben de verticalisering. Vroeger had je docenten voor de bovenbouw en docenten voor de onderbouw. Nu geven docenten vaak aan beide populaties les. Het gevaar dreigt dan wel dat je minder binding krijgt met je team. Ton roemt René Hermans om zijn gewoonte om de leerlingen iedere ochtend vanaf 8 uur op de stoep te begroeten. De leerling voelt zich welkom, daardoor.
Terug- en vooruitkijkend
Ton is in de gelegenheid om te vergelijken. “Ik vind het Cambreur een heel prettige school. Er is veel betrokkenheid. Dat niet ieder besluit mijn richting uitging, is logisch.” Hij vindt ook het contact met de basisscholen heel goed.
En dan nu, de lange leegte? “Dat ik de werkdruk nu definitief achter me laat vind ik heel fijn. Het CC moet dit ook heel goed bewaken: veel mensen lopen op hun tenen.” Over lopen gesproken: Ton loopt ieder jaar de Vierdaagse. Hij doet dat om te onthaasten. Maar de volgende uitdaging is wel het summum van onthaasting: vanaf 18 augustus gaat hij -in z’n eentje- de Camino lopen: vanaf thuis naar Santiago de Compostella. “Heerlijk! Eén met de natuur, lekker bewegen en opgaan in een eeuwig landschap. Finisterre, het ‘einde van de wereld’ staat ook op het programma. Ik doe het als een soort afsluiting en als het markeerpunt voor mijn nieuwe leven. En wat zo fijn is: m’n huis heb ik inmiddels al helemaal opgeknapt…”
Ton, je was en bent een gewaardeerde collega en we zullen je zeker gaan missen. We wensen je alle geluk en een geslaagde onthaasting toe.