Martijn Machielsen blikt terug op zes jaar Cambreur: Het Cambreur College is voor mij, naast een mooie herinnering, een basis voor het succes in mijn huidige studie waarbij ik veel profijt heb van vaardigheden die ik op het Cambreur heb geleerd. Hoewel dit niet zozeer vakinhoudelijk is, profiteer ik wel van de brede basis. Het belangrijkste wat ik geleerd heb waar ik nu enorm veel aan heb is de denkwijze en instelling waarmee ik problemen en vraagstukken aanpak. Dit heb ik niet geleerd in een specifiek vak, maar juist in die verschillende vakken. Door te denken in oplossingen, problemen vanuit verschillende invalshoeken benaderen, zoeken naar de kern van het probleem en het afvragen waarom en hoe iets gebeurt (en of dit beter kan), ben ik nu in staat om complexe verkeerskundige vraagstukken op te lossen. Ook waardeer ik de gekregen stimulans om voor het beste resultaat te gaan.
Hoewel ik het met medestudenten vrijwel nooit heb over de schooltijd voor de studie, kan ik wel duidelijk merken dat de manier waarop ze geleerd hebben om problemen aan te pakken verschilt. Dat is mooi: iedereen heeft een andere basis waarop verder gebouwd wordt in de studie waardoor iedereen zijn eigen sterke punten heeft. Zelf merk je het minder gedurende de middelbare school, maar later, tijdens de studie of in het werkveld, waardeer je die basis die je toen gelegd hebt des te meer. Het is die basis waaraan je verder zal bouwen, verder aan de toekomst, verder aan succes.
De studie: Mobiliteit (Verkeerskunde)
Na mijn zes jaar op het VWO en het cum laude slagen, heb ik gekozen voor een studie aan het HBO in plaats van een universitaire studie. De studie ik het liefst wilde doen, is er simpelweg niet op universitair niveau in Nederland. Een bijkomend voordeel van de HBO-studie is dat er op het HBO meer ruimte is voor praktijkervaring. Daarom ben ik naar de NHTV in Breda gegaan om daar de studie Mobiliteit (Verkeerskunde) te volgen.
Ondanks dat de studie Mobiliteit zeer specifiek is, is de studie tegelijk erg breed, omdat alle aspecten van het verkeers- en vervoerssysteem aan bod komen. Het gaat daarbij om de vragen waarom we ons verplaatsen, hoe en waarmee we dit doen en waarover en waarlangs. Deze breedte zorgt ervoor dat er voor iedere geïnteresseerde in Mobiliteit een vakgebied is wat hem of haar extra aanspreekt. Mijn interesse ligt bijvoorbeeld bij de techniek achter de infrastructuur en verkeersregelinstallaties (VRI’s) ofwel verkeerslichten, terwijl er ook studenten zijn die zich helemaal richten op het OV-systeem. Daarbij komt dat docenten in de loop van de studie collega’s worden: in de loop van de studie zijn het minder colleges en meer (professionele) werksessies. Ook na de studie blijven de docenten collega’s zodat ook in het werkveld de docenten te bereiken zijn voor vragen, tips en ideeën.
Huidige werkzaamheden
Zoals gezegd ligt mijn interesse in de mobiliteitswereld erg bij de infrastructuur en de techniek daarachter: het (dynamisch) verkeersmanagement en verkeersregeltechniek. Ik werk daarbij veel met verkeerstechnische software en verkeersmodellen. Om kennis en ervaring daarover op te doen en uit te breiden, zijn de stages de uitgelezen kans: ervaring in het werkveld opdoen, een bruikbaar resultaat opleveren wat daadwerkelijk toegepast wordt en de diepgang van het vakgebied opzoeken. Bovendien krijg je allerlei onderdelen en belangen uit het werkveld mee, zowel uit het oogpunt van de overheid als bedrijven (afhankelijk van de keuze van de stageplaats, uiteraard).
Mijn eerste stage heb ik in 2013 gelopen bij de Provincie Groningen waar ik gewerkt heb aan het opstellen van provinciaal beleid ten aanzien van de verkeerslichten in beheer van de Provincie en de toepassing ervan en het bedenken van oplossingen voor de Westelijke Ringweg van de stad Groningen. Aangezien de gehele Groninger Ringweg verbouwd wordt, zijn er tijdens de werkzaamheden omleidingsroutes nodig. Met het oog op de huidige problemen op de vier kruisingen op de Westelijke Ringweg, houdt dit voor de periode 2015 – 2020 in dat er maatregelen nodig zijn om het verkeer daarlangs te kunnen omleiden. Ik heb daarbij een inventarisatie gedaan van mogelijke maatregelen aan de hand van het beleid en verkeersprognoses en de mogelijke effecten in beeld gebracht.
Mijn huidige stage loop ik bij Grontmij, een verkeerskundig adviesbureau in De Bilt, waarbij ik onderzoek doe naar de toepassing van Intergroen. Intergroen is een nieuwe (of andere) manier om om te gaan met tijdsinstellingen bij VRI’s. Die methode is gebruikelijk in landen zoals Zwitserland en Duitsland. De toepassing van Intergroen levert een significante doorstromingswinst, maar toonaangevende verkeersveiligheidsinstanties die besluiten over de landelijke toepassing ervan vrezen voor de verkeersveiligheid. Daarom onderzoek ik nu, met behulp van verkeersmodellen om het verkeersgedrag te simuleren, wat de verkeersveiligheidseffecten van Intergroen zijn, waarbij ik ook nieuwe VRI’s programeer met Intergroen. De vragen die in mijn onderzoek centraal staan zijn of we dadelijk minder door rood rijden en of er minder kop-staartongevallen gebeuren. Dit onderzoek kan dan een bijdrage leveren om tot de invoering van Intergroen in Nederland te komen.
Toekomst: doorstuderen
Volgend jaar zal ik afstuderen waarbij ik in het afstudeeronderzoek net zo’n onderzoek uitvoer en waarmee ik een deel van het fileprobleem op ons snelwegennet wil oplossen. Daarna wil ik doorstuderen, iets wat heel goed kan met mijn studie. Dit wil ik graag doen aan de TU in Delft. In de Masteropleiding Civiele Techniek hoop ik een meer theoretische en meer technische kennis te krijgen bij wat ik op het HBO heb geleerd. Zodoende hoop ik later een brede basis te hebben in de specifieke wereld van de verkeerstechniek.