Docent Nederlands, docent Kunst Beeldend, schoolopleider, dit zijn de drie carrières van Ruud van der Meer op het Cambreur, met elkaar verweven, elkaar beïnvloedend.
Tijdens zijn opleiding tot docent was in zijn tijd Nederlands en kunst een unieke combinatie: taal en beeldtaal, beide communicatiemiddelen, maar met een ander medium. Als docent op de mavo indertijd had hij hier profijt van. Bij kunst stapte hij moeiteloos over van kunst- naar literatuurgeschiedenis en kon zo verbanden laten zien die anders in de strak afgekaderde vakhokjes minder zichtbaar werden. Er waren klassen die hij wel acht uur les gaf, waarmee je echt een relatie met leerlingen opbouwt.
Beide aspecten zijn voor Ruud cruciaal: verbanden leggen binnen je eigen vak(ken), maar ook met alles daarbuiten en een relatie opbouwen met je leerlingen. Want dan pas kan er echt geleerd worden.
Als docent en als persoon is ook hij altijd blijven leren. Door in gesprek te blijven met collega’s en leerlingen, door te blijven studeren en onderzoek te doen, maar ook door buiten zijn baan op school o.a. actief te zijn als hoofdredacteur van Kunstzone en als voorzitter van de VONCK (Vereniging onderwijs kunst en cultuur).
De vele jaren voor de klas in onder- en bovenbouw op mavo, havo en vwo hebben hem door de wol geverfd. Deze ervaring heeft hij de laatste twintig jaar ingezet om nieuwe collega’s te begeleiden en op te leiden. Inmiddels is het Cambreur een Academische Opleidingsschool die er mag zijn. Veel aanstormend talent leidt de school intern op en vindt voor een deel ook zijn plek op het Cambreur.
Op de vraag of hij opnieuw voor het docentschap zou kiezen in een tweede leven antwoordt hij met een volmondig ja. Docent zijn is betekenisvol, dat wat je doet doet ertoe. “Leerlingen geven aan dat ik altijd goeie zin heb en dat mijn opdrachten vaak vreemd zijn”, geeft hij tevreden aan. Want dat is precies wat hij wil: leerlingen aan het denken zetten, uitdagen, zich laten verwonderen, met hen samen op avontuur gaan.
Zijn leerlingen, zijn collega’s en zijn studenten geeft hij de raad om zich te blijven verbazen en te blijven leren.
Dat gaat hij zeker ook zelf doen, nu hij het werk op school los moet laten: nieuwe werelden ontdekken, misschien zelf weer gaan schilderen, gewoon genieten van andere dingen, zoals hij al die jaren in zijn werk ook heeft genoten.