Lekker de natuur in op de mountainbike, klussen in en om het huis, de foto’s eindelijk eens in mappen doen en vaker oppassen op de kleinkinderen. Binnenkort heeft hij er tijd voor, want Wil van Sunten trekt bij het aanbreken van de zomervakantie de schooldeuren definitief achter zich dicht en gaat genieten van zijn pensioen.
Na zijn opleiding aan de Pedagogische Academie begon Wil drieënveertig jaar geleden zijn (Dongense) onderwijscarrière op basisschool Heilig Hart. In die tijd was het nog gebruikelijk dat basisscholen speciaal opgeleide leerkrachten hadden voor muziek, handvaardigheid en gymnastiek. “Eigenlijk vond ik dat de leukste tijd: ik gaf gymles aan alle leerlingen van de school, zestien klassen in totaal. Omdat ik de leerlingen ieder jaar terug zag, zag ik ze letterlijk en figuurlijk groeien. Het was fantastisch om te zien hoe leerlingen zich ontwikkelden.” Naast zijn baan als gymdocent besloot Wil parttime een opleiding aan de Sportacademie te gaan volgen. “Ik werkte vier dagen op de Heilig Hartschool en op vrijdag en zaterdag ‘zat’ ik zelf in de schoolbanken op de KALO.” Na een sabbatical (op studiegebied) van een jaar besloot Wil naast zijn werk als leraar de parttime opleiding aardrijkskunde aan het toenmalige Moller Instituut te gaan doen. “Het was te doen, op dat moment had ik zelf nog geen kinderen.’’
Na onderwijsbezuinigingen in de jaren ’80 werd Wil leerkracht op basisschool De Noorderpoort. Meneer Wil stond niet meer de hele dag in sporttenue in de gymzaal of op het sportveld, maar gaf de hele dag alle lessen aan zijn eigen klas. In 1987 pakte hij zijn oude stiel gedeeltelijk weer op. “In die tijd was ik vier dagen in de week meester Wil in mijn eigen klasje op de Noorderpoort en één dag in de week was ik gymdocent op de Heilig Hartschool.’’
Het jaar 2000 bracht een nog grotere ommekeer teweeg: Wil werd docent op het Cambreur College en werd meneer Van Sunten. “Ik had zin in een nieuwe uitdaging en besloot te reageren op een advertentie in BN de Stem. De eerste twee jaar was ik fulltime docent aardrijkskunde, later kreeg ik, op eigen verzoek ook gymuren.” Wil maakte deel uit van het brugklasteam van het toenmalige Junior College en dat paste hem goed. ‘’Na mijn tijd in het primair onderwijs was het leuk om te zien hoe leerlingen van groep 8 veranderden in brugwuppen. Meteen werd ik mentor van klas 1. Omdat ik altijd een dakpanklas m/h of h/v had, zorgde dat aan het eind van het schooljaar nog wel eens voor teleurstelling bij ouders wiens kind niet naar de ‘hoogste’ schoolsoort zou gaan. Dat waren moeilijke gesprekken.’’
In de loop der jaren heeft Wil veel veranderingen gezien bij leerlingen. “Als gymdocent ervaar ik dat leerlingen moeilijker in beweging te krijgen zijn. Dat heeft aan de ene kant te maken met het bewegingsonderwijs op de basisschool, maar aan de andere kant ook met de jeugd zelf. Ze hebben tegenwoordig veel andere dingen waarmee ze zich bezighouden, zijn lang niet allemaal lid van een sportclub en dat merk je: leerlingen hebben minder energie, bewegen minder en ook het gewicht neemt toe.’’
In zijn jaren op het Cambreur stond Wil niet alleen in de gymzaal of op het sportveld. In ‘zijn’ lokaal C09 doceerde hij steevast aardrijkskunde met de ramen open, want ‘zuurstof is heel belangrijk.’ Zijn stem draagt ver en daarom waren Wils gloedvolle betogen al op het schoolplein te horen. Bij zijn leerlingen stond hij jarenlang bekend als de aardrijkskundeleraar die de handstand deed in de klas. Dat veranderde echter toen zoon Robin na een geslaagde stageperiode een aanstelling kreeg als gymdocent op het Cambreur College. Sindsdien hebben leerlingen les van de ‘jonge’ of de ‘oude’ meneer Van Sunten. “Ik heb het nooit als een beperking gezien om op dezelfde school te werken, eerder als een verrijking. Ik ben echt trots op de manier waarop Robin het aanpakt. Toen hij een sportklas wilde opzetten bijvoorbeeld, spraken we daarover aan de keukentafel.”
Hoewel hij inmiddels de nestor van het mavoteam is, is Wil allesbehalve oud: hij zit nog boordevol energie en de actualiteit is volop aanwezig in zijn lessen. “Ik vind het geweldig dat de schoolleiding me de nieuwste materialen liet gebruiken. Het werken met een digibord en de recentste digitale methode heeft mijn lessen echt verrijkt. Daarnaast hield ik tijdens de lessen mijn leerlingen (en mezelf) actief met een balletje. Leerlingen moesten het balletje vangen en kregen vervolgens 10 seconden om een antwoord te geven. Daarna gooiden ze het balletje weer terug. Ze kregen drie kansen om het balletje te vangen (en dan moesten ze natuurlijk wel opletten), maar na drie missers moest er een tegenprestatie geleverd worden: een liedje zingen of tien push-ups doen.’’
Serieus in het lesgeven, maar tussendoor had hij tijd voor grapjes. Collega Koen Verstegen illustreert dit met een paar voorbeelden: “Zo hoorde je regelmatig ‘Silence I kill you’ (naar Jeff Dunham) in zijn les of hij bonkte met een aanwijsstok op de grond en bij het holle gedeelte in de buurt van zijn bureau grapte hij dan tegen leerlingen dat daar stoute leerlingen begraven waren.’’
Hoewel hij een groot voorstander is van de digitalisering van het onderwijs, is Wil minder gecharmeerd van telefoons in het lokaal. “Het blijft een eeuwige strijd om mobieltjes in de telefoonhotels te krijgen. Voor leerlingen is het geluid van hun mobieltje het welbekende belletje van Pavlov. Ze moeten altijd meteen reageren, moeten altijd bereikbaar zijn. Hun hersenen raken overprikkeld en ze moeten eerst acclimatiseren voordat de les kan beginnen, ze hebben geen rust in het hoofd. Ik vind dat een zorgelijke ontwikkeling.”
Als Wil straks het Cambreur verlaat, zijn de banden met de school nog niet helemaal verbroken. Zowel zoon Robin, als Wils eega Lia ( Remedial Teacher/ dyslexiecoach) blijven verbonden aan het Cambreur. Hoewel Wil van zijn vrijheid gaat genieten, zullen schoolse zaken nog steeds aan keukentafel besproken worden.