Jan Kroot is opgegroeid in een groot gezin in De Moer en had daar een prima jeugd. Sport, en dan met name voetbal, was zijn passie. Na de middelbare school wilde hij daarom graag een opleiding tot sportleraar gaan volgen. Tot zijn spijt werd hij niet aangenomen. Toen besloot hij om naar de Pedagogische Academie in Dongen te gaan om leerkracht op de basisschool te worden.
Hij had het er naar zijn zin en was ambitieus. De PA had een eigen studio waarin leerlingen van de lagere scholen werden uitgenodigd. De studenten mochten dan lesgeven en Jan wilde dat altijd. ‘Het was nuttig. Je leert hoe je staat, hoe je beweegt, hoe je stem overkomt. Soms is dat even schrikken, maar dat zijn de beste leermomenten.’ Het ging hem niet alleen met zijn studie voor de wind, want in deze periode leerde hij ook zijn geliefde Elly kennen.
In 1976 behaalde hij zijn diploma en in augustus startte de 21-jarige Jan als meester op een school in Stellendam op het eiland Goeree-Overflakkee. De Dongense Elly ‘emigreerde’ met hem mee. In december datzelfde jaar gaven ze elkaar het ja-woord. Op zijn 23ste werd hij vader van oudste zoon Marijn en een paar jaar later werd ook Sander geboren. Het jonge gezin heeft 8 jaar in Stellendam gewoond, maar Elly had heimwee naar Brabant. Dat was de reden voor hun terugkeer naar Dongen.
Daar kon hij aan de slag op de lts, als vervanger wegens ziekteverlof. Hij ging Nederlands geven en dat beviel hem uitstekend. ‘Het was in het begin natuurlijk wel even wennen. Op de lagere school is alles heerlijk gestructureerd: een eigen tafeltje, laatjes waarin de spullen lagen, een fijn lokaal. Heerlijk, want laat ik nou net van structuur houden!’ Hij vervolgt: ‘Dat was op de lts wel anders: jassen en tassen in het lokaal, een leeg ongezellig lokaal. Ik moest daar echt mijn eigen regels en structuur aanbrengen.’
Deze duizendpoot vond zijn draai uiteindelijk wel en gaf inmiddels verschillende vakken: Nederlands, muziek, aardrijkskunde, biologie, geschiedenis én rekenen. Ondanks dat Jan natuurlijk overal goed in was, moest hij toch nog flink aan de bak: er was een extra bevoegdheid nodig. Flexibel als hij was, vroeg hij aan de directeur: ‘Wat heb je nodig?’ De directeur gaf aan dat hij wel een goede economiedocent kon gebruiken.
Zo gezegd, zo gedaan. Jan meldde zich aan voor een korte opleiding om een praktijkdiploma boekhouden te behalen. Op die manier kon hij snuffelen aan het economische vak. Het beviel hem goed en gedreven ging hij aan de slag met een thuisstudie economie. Hij had via een docent van de cursus boekhouden wat boeken van economie geregeld. Hij kocht er antwoordboeken bij en daarmee ging hij zich geheel op eigen houtje voorbereiden op het staatsexamen voor 3e graads leraar economie. Datzelfde jaar nog behaalde hij zijn diploma. Een knappe prestatie, want hij deelde met Elly inmiddels de zorg voor vier kinderen. Net voordat hij aan zijn studie begon, werden de tweelingzusjes Korali en Leandra geboren.
Naast zijn baan op de lts had Jan nog twee banen, want vier kinderen kosten veel geld! Gelukkig wist deze econoom daar wel raad mee: hij kluste 20 jaar lang bij als voetbaltrainer en begon een eigen huiswerkklas. Inmiddels was hij er wel achter dat het een geluk was geweest dat hij niet werd toegelaten op de sportopleiding. De sportdagen zijn voor hem juist de minst leuke dagen van het jaar geweest. Hij vond daar niet wat hij dacht te vinden: actieve leerlingen.
Na een aantal jaar fuseerde de lts met de huishoudschool. Weer een gewenningsproces, maar deze keer voelde het als een grotere stap. Vooral de overgang van bijna alleen maar jongens naar steeds meer meiden was een fikse verandering. ‘Met de jongens was ik altijd lekker lichamelijk: een klapje, even een schop opzij. Dat kon toen niet meer!’
De volgende fusie stond Jan flink tegen. De lts-afdeling zou studiepleinen krijgen, waarop twee of drie klassen tegelijk aan het werk gingen met meerdere surveillanten. Lachend geeft hij aan: ‘Dat is dus echt niks voor mij hè?! Ik ben meteen verder gaan zoeken en toen ben ik hier op de mavo terecht gekomen.’
De mavo bleef zijn thuishonk. Hij heeft naar eigen zeggen een fijne tijd gehad op het Cambreur College. Hij gaf les in mavo 2 t/m 4 en heeft altijd prettig samengewerkt met Theo Halin, Sjef Ketelaars en Cor Jansen.
Waarom hij zo geschikt was voor deze functie? ‘Ik spreek de taal van de leerlingen. Ze willen naar me luisteren. Mijn lesstijl zou je als laissez-fair kunnen betitelen. Ik leek soms autoritair over te komen, maar dat ben ik eigenlijk niet. Leerlingen voelen zich pas prettig als ze weten waar ze aan toe zijn. Ze moeten vertrouwen krijgen in de situatie, zich veilig voelen en er moet een goede sfeer zijn. Pas daarna kun je een situatie creëren waarin gewerkt kan worden.’
Die duidelijkheid bood Jan zijn leerlingen wel. Ze wisten precies waar ze aan toe waren en vaak kwam het bij andere lessen ter sprake dat het schrift heel belangrijk was bij economie. Het moest er verzorgd uitzien en het eindantwoord diende dubbel te worden onderstreept. Met een grote glimlach op zijn gezicht legt hij uit waarom hij dit deed. ‘Economie heeft met geld te maken en met geld moet je secuur zijn. Ik geef ze altijd het voorbeeld van een factuur van een bouwbedrijf. Hoe komt het op je over als er gekrast is op de rekening en overal pijltjes en krulletjes staan? Zo krijgen leerlingen inzicht in het belang van net werk afleveren.’
Naast zijn lesgevende taken was Jan ook jaren mentor. Het mentoraat heeft hij waardevol gevonden. Wat een kind er toe dreef om bepaald gedrag te vertonen, vond hij het meest interessant. Als hij er niet uit zichzelf achter kwam, ging hij nog wel eens op huisbezoek om een en ander zo in het juiste perspectief te kunnen plaatsen.
Het organiseren van de hypnoseshow vond Jan ook leuk. Al 25 jaar brengt hypnotiseur Jos Claus een bezoek aan Dongen. ‘Dit is een leuke activiteit voor leerlingen. Ik vond vooral het voorwerk het leukst: de leerlingen enthousiast maken. De avond was namelijk niet verplicht, maar het was toch altijd druk! Daar doe je het voor.’
De laatste jaren heeft Jan er lang over nagedacht wanneer hij zou stoppen met werken. Dit kwam mede door het feit dat Elly in 2015 ziek is geworden. Hij heeft nog vier jaar doorgewerkt en besloot, nu Elly weer gezond is, op zijn 64ste definitief de handdoek in de ring te gooien. Het is tijd om te gaan genieten samen.
Vervelen zal Jan zich niet snel. Wie dacht dat hij zou gaan motorrijden, wat hij altijd fanatiek heeft gedaan, komt bedrogen uit. De motor is vorig jaar verkocht. Toch heeft hij wel een aantal nieuwe hobby’s. Iedere dag wil hij minimaal één dagdeel iets te doen hebben. ‘Ik heb wel wat plannen hoor. Ik bridge inmiddels redelijk fanatiek en vanaf mijn 51ste tennis ik ook een aantal keer per week. Ook heb ik me onlangs aangesloten bij een biljartclubje waar collega Eric Welling ook deel van uitmaakt.’
Daarnaast is er voldoende tijd om van het leven te genieten met zijn vrouw en kinderen. Inmiddels is hij ook trotse opa van vier kleinkinderen (grappig feitje: zijn dochter heeft ook een tweeling gekregen). In augustus zal het vijfde kleinkind worden geboren. Deze fitte opa heeft nu voldoende tijd om op ze te passen en met ze te spelen!