Een schitterende dom, heerlijke printen en zwavelhoudend bronwater, dat zijn de drie dingen die je in Aken gezien en geproefd moet hebben. Dinsdag 7 april vertrekken we met een bus door een mistig landschap richting heuvelachtig Zuid-Limburg. De Belgische toren op het drielandenpunt blijkt op omgeregelde tijden open te zijn. Wij hebben pech. Dus beklimmen we de toren aan de Nederlandse kant, althans ieder zonder hoogtevrees en met voldoende uithoudingsvermogen. Een half uur later staan we in het centrum van Aken, waar twee gidsen ons langs de bezienswaardigheden leiden. Het Duits van de dames is niet het probleem, de wat saaie, lijzige manier van spreken wel. En dan is anderhalf uur best lang. Bij de Elisenbrunnen durven twee leerlingen daadwerkelijk het sterk ruikende warme water te proeven. Het smaakt heel vies. Moet dat gezond zijn? De wandeling gaat langs diverse fonteinen, Aken is immers de stad van het water. De gidsen vertellen diverse anekdotes die stammen uit de tijd van Karel de Grote. Het is heerlijk zonnig en de terrasjes lonken rond het middaguur. Het bezoek aan de Printenbäckerei Klein is een succes: de bakker is een goede verteller, trots op zijn gespecialiseerde bakkerij en laat zijn producten allemaal proeven. Dat valt in de smaak. In het raadhuis zien we alleen de formele vergaderzaal, de dom daarentegen is een waardevolle afsluiting van het officiële gedeelte: “Dit is echt mooi, juf!” De paar uurtjes vrije tijd besteden de leerlingen op hun eigen manier. Getuige de plastic tasjes lukt het shoppen in Aken prima. En het is leuk om te zien, dat lang niet iedereen voor een maaltijd bij de Mac belandt. Zonder verkeersoponthoud arriveren we in twee uur weer in Dongen. Op speciaal verzoek van enkele leerlingen maakt de chauffeur een extra halte in Rijen. Met de feedback van leerlingen en begeleiders kunnen we deze excursie verder uitbouwen. Deze zonnige aprildag echter met een goede groep leerlingen neemt niemand ons meer af.
Start Periode 2
Read More